Executieve functies

Wat zijn executieve functies?

Executieve functies, kortweg EF, zijn cognitieve vaardigheden die ons in staat stellen om doelgericht te handelen en om ons sociaal aangepast te gedragen. Hoewel er in de literatuur verschillende indelingen bestaan voor EF, wordt internationaal aangenomen dat er 3 kern-executieve functies zijn:

  1. Werkgeheugen: maakt het mogelijk om bepaalde informatie vast te houden en om met deze informatie actief aan de slag te gaan.
  2. Inhibitie of impulscontrole: stelt ons in staat om na te denken voor we iets doen, meer bepaald voor de hand liggende gedragingen, gedachten of emoties onderdrukken of tijdens een taak irrelevante informatie negeren en enkel aandacht voor relevante informatie hebben.
  3. Cognitieve flexibiliteit: zich aanpassen aan veranderende omstandigheden en een situatie vanuit een ander perspectief bekijken om vervolgens de aanpak bij te sturen.

Deze kern-executieve functies maken executieve functies van een hogere orde mogelijk: gedragsevaluatie, probleemoplossend denken, plannen en organiseren.

Plannen en organiseren zijn belangrijke executieve vaardigheden om informatie te ordenen en doelen te bereiken

Executieve disfunctiemodel

In tegenstelling tot de 'theory of mind'-hypothese, komt het executieve disfuntiemodel niet uit het ontwikkelingsonderzoek. Sommige onderzoekers stelden vast dat bepaalde kenmerken van individuen met autisme leken op die van mensen met een specifiek hersenletsel. Bovendien sloten die symptomen - zoals een gebrekkige flexibiliteit, rigiditeit, gebrekkige impulscontrole, enz. - minder goed aan bij de 'theory of mind' hypothese.

Executieve functies of besturingsfuncties zijn denkprocessen die cruciaal zijn bij het plannen van acties en het doelgericht oplossen van een probleem. Ze omvatten ondermeer het stap-voor-stap kunnen plannen, impulscontrole, onderdrukken van voor de hand liggende maar foute reacties, aanpassen van strategieën, georganiseerd kunnen zoeken en zelfmonitoring. Tekorten in deze vaardigheden werden zowel bij volwassenen als bij kinderen met autisme aangetoond en differentieerden hen beter dan 'false belief' taken van normale leeftijdsgenoten. Hoewel de denkpiste van een primair tekort in de besturingsfuncties veelbelovend lijkt - o.m. omdat ze naast vele andere aspecten van autisme, ook in staat is om repetitief gedrag te verklaren - heeft ze ook haar beperkingen:

  • executieve functieproblemen worden bij heel wat klinische groepen gerapporteerd, waaronder in eerste instantie ADHD
  • executieve functieproblemen variëren van persoon tot persoon
  • in testsituaties zijn er personen met autisme die geen duidelijke problemen op dit vlak vertonen.